Psychomotoriek en schrijfmotoriek

Psychomotoriek en schrijfmotoriek

 

 

Jullie worden verwezen door een arts (pediater of huisarts), door het CLB (centrum voor leerlingenbegeleiding), leerkracht of zorgcoördinator van de school voor psychomotorische therapie voor jullie kind.

 

Wat houdt dit precies in ?

 

In de psychomotorische therapie wordt gewerkt aan motorische vaardigheden, zowel op fijn- als grofmotorisch vlak. De problemen die thuis, op school, of door de arts werden opgemerkt bij je kind kunnen de volgende zijn :

  • Problemen in fijne motoriek : in de kleuterklas wordt bvb opgemerkt dat je kind minder vlot tekent, kralen rijgt, scheurt of knipt dan andere kinderen
  • De voorbereidende schrijfoefeningen vlotten niet zo goed
  • Je kind toont nog steeds geen handvoorkeur en is met beide handen “onhandig”
  • Je kind heeft moeite met het organiseren van zijn dagelijkse activiteiten, zoals aan- en uitkleden, een pen-paper-taak tot een goed einde te brengen, hij of zij eet slordig, stoot overal tegenaan, kan nog steeds de veters niet strikken, heeft moeite met leren fietsen, leren zwemmen,...
  • Problemen met visueel-ruimtelijke begrippen en inzicht, zowel in de grote ruimte als bij oefeningen op papier
  • Slordig, onleesbaar en krampachtig schrijven, met een slechte houding aan tafel, moeilijk volhouden van fijnmotorische taken
  • Je kind is vaak gespannen, kan zich moeilijk ontspannen
  • ....

 

Tijdens psychomotoriek werken we in een individuele therapie  aan :

  • Fijnmotorsche vaardigheden zoals tekenen, knippen, kralen rijgen, veters strikken...
  • Grofmotorische vaardigheden waarbij evenwicht en coördinatie belangrijk zijn : springen, bal gooien en vangen,....
  • Visueel-ruimtelijke oefeningen
  • Organisatie van motorische activiteiten, taken in de grote ruimte, taken op papier,...
  • Schrijftherapie : aandacht voor kwaliteit van schrift, houding aan tafel, volhouden van het schrijven, tempo van het schrijven,...

 

Vaak is het nodig dat een kind onderworpen wordt aan een gestandaardiseerde psychomotorische test, daarbij wordt zijn grove en fijne motoriek geobjectiveerd en vergeleken met leeftijdsgenootjes. Zo kan nagegaan worden aan welk onderdeel van zijn motorische ontwikkeling specifiek moet gewerkt worden. Na een jaar schrijfonderricht op school kan ook een gestandaardiseerde schrijftest afgenomen worden.

 

De frequentie van de psychomotorische therapie is afhankelijk van de ernst van het psychomorisch probleem. Deze kan gewijzigd worden in de loop van het therapie-verloop. Zo kan het bvb nodig zijn om bij de start intensief aan een probleem te werken en dit in een periode van automatisatie te wijzigen en over te gaan tot meer “coaching”.


Veel psychomotorische problemen hebben hun impact op het functioneren van het kind op school. Daarom onderhouden we een intensief contact met de juf en/of zorgcoördinator van je kind. Dit kan zijn via een heen-en-weer-schriftje, via overleg op geregelde tijdstippen. Zo engageren we ons om aanwezig te zijn op een MDO op school om op deze manier onze bevindingen vanuit de therapie door te geven.


Ook staan we erop jullie als ouders intensief te betrekken in het therapie-proces. Er wordt na de therapie uitleg gegeven over het verloop van de therapie, deze aandachtspuntjes kunnen jullie dan ook meenemen naar de thuissituatie. Op deze manier is er een goede transfer mogelijk van het aangeleerde uit de therapie en kunnen jullie ook thuis jullie kind ondersteunen om zijn psychomotorische problemen te overwinnen en beter te functioneren in zijn dagdagelijkse omgeving.